U bent hier
Tussenkomsten Ilse Coopman, gemeenteraad 30 en 31 mei 2023
Nieuw bussenplan
1 juli start het nieuwe bussenplan in Brugge. Dat heeft een aanzienlijke impact voor veel Bruggelingen en bezoekers. Eigenlijk is het vreemd dat we over dat plan en de gevolgen ervan pas nu echt praten in de gemeenteraad.
Weet u, een uitrol van zo’n ingrijpende verandering, dat lijkt wat op een busrit. Je zoekt eerst op waar je naartoe wil. Je passeert een aantal haltes. Om even stil te staan. De halte overleg, de halte inspraak, de halte berek of gemeenteraad, … vooraleer je op je eindbestemming komt. Zo kan iedereen op de bus stappen. Zo neem je elkeen mee. Maar daar ontbreekt het hier aan. Weinig van de echt betrokkenen werd bevraagd, amper iemand kreeg tijdig de kans om hierover met de plannenmakers in gesprek te gaan. Hooguit enkele politici vernamen op vergaderingen de algemene principes, maar bleven op hun honger over de precieze invulling. Bruggelingen kregen dit finale plan via de brievenbus geserveerd en moeten vaststellen dat er voor 190 haltes geen ‘busje komt zo’ meer is, maar het ‘wachten op Godot’ wordt.
Dan is het toch logisch dat mensen verontwaardigd, boos en zelfs hulpeloos zijn. Woorden vallen als asociaal en ondemocratisch. Wij allen worden overspoeld met bezorgdheden uit alle hoeken en geledingen. Ik verwijs naar voormalig stadssecretaris Dirk Michiels. Hij noemt het een plan van openbare AFvoer en stelt dat dit Brugge 40 jaar terug in de tijd katapulteert. Een stevige kritiek, toch niet van de eerste de beste.
Dat er haltes moeten aangepast worden, akkoord. Dat een rationalisatie aan de orde was en meer efficiëntie, akkoord. Dat er meer leefbaarheid in de binnenstad moet komen, akkoord. Hoewel we ons vragen kunnen stellen bij zogenaamd kleiner bussen die dan amper een halve meter korter blijken. Maar hier zijn toch keuzes gemaakt, die echt niet de juiste zijn. Wij, en velen met ons, vragen ons oprecht af, hoe het stadsbestuur dit zo laat passeren.
Wij zien alvast vier grote tekortkomingen:
- Ten eerste zijn er de senioren. Als we kijken naar de haltes die geschrapt worden, en dat is toch zo'n 35 %, merken we dat zij het zwaarst getroffen zijn. Zij stappen vaker op de bus dan pakweg wij, schepenen en raadsleden. Voor velen van hen betekent de bus hun enige mobiliteit en vrijheid. Het is onbegrijpelijk dat de keuze voor schrappen net viel op haltes aan dienstencentra, woonzorgcentra en winkels die frequent door senioren worden bezorgd, routes die naar de markt op zaterdag leiden. Of verwachten we dat een 80-jarige haar boodschappen van op de markt met de step naar huis krijgt?
- Ten tweede zijn er de scholieren. Zij vormen de tweede grootste groep van gebruikers. De schoolgaande jeugd van Kruisabele blijft in de kou staan, de leerlingen van het VTI en Ter Groene Poorte zien hun halte verdwijnen,…
- Ten derde is er het Noorden van Brugge. Ook hier komen we tot een verontrustende vaststelling. Het hele Noorden van Brugge valt plots niet meer onder de noemer ‘basisbereikbaarheid’. De inwoners moeten het voortaan stellen met ‘vervoer op maat’. Hier zult u ongetwijfeld, net als bij de andere haltes, de afschaffing vergoelijken door te schermen met het aantal gebruikers. Maar precies dat is een kip of ei verhaal. Hoe meer je afbouwt, des te meer mensen ervan af zien om voor de bus te kiezen. Of vinden we de inwoners van Lissewege, Dudzele, Zwankendamme en Zeebrugge niet even belangrijk als de rest? Als we het echt menen met de uitbouw van Zeebrugge als toeristische trekpleister, als we het Noorden van Brugge écht dicht bij Brugge willen houden, tot de kern rekenen in plaats van de periferie, dan hebben we aan een trein om het uur niet voldoende.
Tot slot, zelfs in het centrum zit het niet goed. In sommige wijken binnen en buiten het ei is er plots enkele halte meer te vinden. Het centrum wordt blijkbaar gedegradeerd naar iets ‘aanvullend’. Dit moet dan maar opgelost worden, zoals in de Katelijnestraat, Gentpoortstraat etc. door die gratis centrumshuttles. Wat een discriminatie inhoudt: de ene persoon moet dus wél betalen voor het openbaar vervoer, voor de andere is het gratis. Wat is uw antwoord, geacht college, op deze punten en op de tsunami aan kritische opmerkingen en vragen van stadsgenoten. Voor het bijsturen van dit plan, is het vandaag te laat. Tenzij je het helemaal zou schrappen. Maar ik dring nu al, met klem, aan op een grondige evaluatie in het najaar van dit nieuwe bussenplan. Met échte inspraak én met de garantie dat er zal en kan worden bijgestuurd.
Autismevriendelijkheid
Een tijdje geleden sprak ik, na het lezen van een reportage in KW, met Stijn Vandamme. Stijn is een jonge filmmaker uit Jabbeke. Hij maakt kortfilms en documentaires, ook vaak in en over Brugge. Daarnaast is Stijn ambassadeur van de campagne ‘Burgemeesters voor iedereen’. Een project van de ‘InclusieAmbassade’. Stijn, die zelf een autisme spectrum stoornis heeft, trekt bij steden en gemeenten aan de alarmbel.
In Vlaanderen leven naar schatting zo’n 66.000 mensen met autisme. Stijn en zijn lotgenoten wijzen er op dat het hen niet altijd lukt om informatie te verzamelen of te navigeren in een stad en haar dienstverlening door een overdaad aan informatie en prikkels.
Samen met Stijn ging ik op onderzoek om te bekijken wat wij daar in Brugge aan kunnen doen, dingen die het leven van al die mensen eenvoudiger en dus aangenamer maken. Veel, zo blijkt. Een stad autismevriendelijk maken, vraagt helemaal geen grote inspanningen. Het gaat dikwijls om kleine dingen, die voor hen een wereld van verschil maken én waar ook mensen zonder autisme vaak wel bij varen.
Toegegeven, Brugge zet al sterk in op inclusie met de aanstelling van een toegankelijkheidsambtenaar of bij het opmaken van een toegankelijkheidsplan. Al ligt de focus sterk op visueel duidelijke beperkingen. Daarom wil ik hier, namens Stijn en zijn medeambassadeurs, een lans breken voor een betere toegankelijkheid voor mensen met autisme en andere onzichtbare beperkingen. Zodat ook zij zich beter thuis en welkom voelen in onze stad.
Uit een enquête die ‘Burgemeesters voor iedereen’ uitvoerde, blijkt dat lokale besturen nog veel inclusiever kunnen zijn voor die doelgroep. We zouden N-VA niet zijn, als we niet met een concreet aanbod op de proppen kwamen. Dus doe ik graag enkele makkelijk uitvoerbare voorstellen:
Een belevingsparcours voor medewerkers van de stadsdiensten en anderen. Zodat ze zélf ervaren hoe iemand met autisme de wereld rondom zich beleeft. Daaruit kan men leren hoe helder te communiceren naar hen toe of kan ondersteunen bij een bezoek als buddy die de vertaalslag maakt naar mensen met ASS.
Een stappenplan met foto’s van iedere stap vergezeld van een gedetailleerde beschrijving voor een bezoek aan de stad, de bibliotheek, een stadsdienst, ... Dat past men al succesvol toe in Mechelen en via ‘Toerisme voor autisme’.
Een prikkelzak of mand met hulpmiddelen die prikkels verminderen of prikkelafleidende materialen bevatten zoals een hoofdtelefoon, handschoenen, een stressbal. Die worden ter beschikking gesteld in musea en bij de politie, want als je bij die laatste terecht komt, levert dat vaak voor elk van ons vaak een onverwachte en stresserende situatie op.
Op aandringen van mijn collega PVDD kwamen er ook prikkelarme uren tijdens de Meifoor. Een initiatief dat duidelijk gesmaakt en zelfs uitgebreid werd. Kunnen we ook voor andere evenementen bekijken hoe we prikkelarme uren of zones kunnen organiseren?
Hoe staat de stad ten opzichte van deze initiatieven die weinig geld kosten maar een groep Bruggelingen echt zou vooruit helpen?
Bovendien pleit ik er voor Stijn en de Inclusieambassade uit te nodigen bij ons in Brugge. Op de koffie bij het stadsbestuur, maar bijvoorbeeld ook op een berek. Zij vingen bot tot op vandaag. Hopelijk na vanavond niet meer. Tijdens zo’n ontmoeting vertellen ze hun ervaringen, reiken ze voorbeelden aan en lichten ze de resultaten van de bevraging toe. Daar kunnen we zeker mee aan de slag. Want wie kan ons beter informeren en adviseren dan zij zelf?