Gemeenteraad van 26 juni 2023: Ilse Coopman

1/ Politiegeweld

Uit cijfers die ik recent opvroeg blijkt dat we dit jaar jammer genoeg afstevenen op een angstwekkend record van geweld tegen politie en hulpverleningsdiensten.  Alleen al in de eerste 3 maanden van dit jaar waren er 10 arbeidsongevallen met agressie bij de politie, goed voor 127 dagen werkverlet. Ter vergelijking: in 2022 spreken we over 55 dagen werkverlet en 18 arbeidsongevallen op een heel jaar.

Het feit dat de politievakbonden recent nog een boekje ‘Fuck you, flik’ uitbrachten om dit onderbelichte probleem aan te kaarten zegt genoeg. Voor wie dacht dat dit een grootstedelijk probleem was en een ver van mijn bed show, zijn deze cijfers een ontnuchterend ontwaken. Ik sprak onlangs met een spoedverpleegkundige, je kunt je niet inbeelden wat die mensen meemaken terwijl ze enkel maar anderen helpen. Dit is een trend die we niet kunnen en ook niet mogen accepteren.

De ordediensten verdienen groot respect, geen geweld!

Hier moet dringend iets aan gedaan worden dus roepen wij op tot actie. Vandaar mijn volgende vragen

 

 Wat doen de politie en de preventiedienst nu al om dit probleem aan te pakken, onder meer door nog meer mensen te sensibiliseren?
Hoe evalueert men het gebruik van bodycams in het kader van deze problematiek? Wetenschappelijke studies bewezen dat bodycams voor zowel burgers als politie een meerwaarde kunnen zijn. Zeker bij betwistbare conflicten, waarbij het woord tegen woord is. Of gevallen waarbij omstaanders slecht een gedeelte filmen en online gooien.

Welke resultaten leverde dit op? Zal men hier meer op inzetten in de toekomst? 

Een ander bewezen hulpmiddel naast nultolerantie tegen geweld, is het winnen van vertrouwen. Daarom lanceerden we ook een voorstel om de politie een tour te laten doen in de scholen om jongeren te sensibiliseren. Zoals ook rechters onlangs in Gentse scholen deden. We willen de jeugd zeker niet viseren, maar zij zijn wel de toekomstige generatie die het respect voor de politie en hulpverleners terug kunnen opbouwen.  Ga langs in scholen, leg uit hoe de politie werkt en breng hen positief in beeld. De preventiedienst van de stad kan hier ondersteunen. Koppel er meteen ook een wervende campagne aan om de politie als interessante werkgever in de markt te zetten. Want ze blijven kampen met een groot personeelstekort. Zo vangen we twee vliegen in een klap.

Hoe staat u ten opzicht van dit voorstel?

 

2/ Zomerscholen

We zijn eind juni, het einde van een schooljaar en de zomervakantie is in zicht.

Een welverdiende pauze na een schooljaar hard werken, maar ook een erg lange periode. 9 weken waarin sommige kinderen niet veel meer geprikkeld worden of waarin ze misschien thuis geen Nederlands meer spreken, omdat zij of hun familie roots in het buitenland hebben en van wie de Nederlandse taalkennis, daarom begrijpelijk, soms minder sterk is.

Daarom lanceerde minister Weyts ook dit jaar opnieuw het initiatief om zomerscholen te kunnen organiseren. Studies over de resultaten en effecten van vorige edities die de KU Leuven uitvoerde, bewezen hun positieve effect.

Elk kind heeft leerverlies tijdens de grote vakantie, dat zal iedereen hier in de zaal ook zelf al gemerkt hebben bij kinderen of kleinkinderen. Maar hoe kwetsbaarder, hoe meer leerverlies. Door zomerscholen vergroot hun zelfvertrouwen en verkleint de kloof tussen sterke en minder sterke kinderen. We verruimen ook de horizon van de kinderen, met- bijvoorbeeld cultuur en sport. Ze laten hen kennismaken met vb. de bibliotheek, het zwembad, de sportclub, de jeugdbeweging, … Die dingen zijn niet voor alle kinderen vanzelfsprekend in de zomervakantie.'

Én, laatste voordeel, zomerscholen maken het daaropvolgende schooljaar ook minder zwaar voor leerkrachten.

Vlaanderen maakte daarom opnieuw tien miljoen euro vrij. Dat komt neer op 45 euro per leerling per dag en als het lokale bestuur dit zelf organiseert nog eens 20 euro per leerling hier bovenop. 

Bovendien moeten de vrijwilligers die hieraan meewerken niet allemaal een pedagogisch diploma hebben, zelfs studenten in de lerarenopleiding kunnen dit gebruiken om praktijkervaring op te doen. Met twee lerarenopleidingen in Brugge, zal je hier zeker gegadigden voor kunnen vinden. 

Vandaar dat wij hier vanavond ook nogmaals een lans willen breken voor dit mooie initiatief en bij u, het stadsbestuur, willen polsen hoe de stedelijke scholen hiervan gebruik zullen maken. Worden er zomerscholen ingericht? Tekende u in voor het initiatief van de minister? 

 

3/ Regionaal Mobiliteitsplan

In dit Vervoerplan lezen we vooral grote principes. Als het over de concrete invulling gaat - en dàt is hetgeen waar mensen mee bezig zijn - blijven zij en wij op onze honger zitten. Te veel mooie klinkende woorden en zinnen, te weinig concrete actie en amper iets over een timing.   
Alweer is er een stuitend gebrek aan echte inspraak. Nu is het vooral een steriel rondje na-spraak. Alles is beslist en we mogen er nog eens over nababbelen in een rode hangmat. Net zoals met het bussenplan, enkel pro forma advies geven en zelfs blijkbaar binnen de eigen meerderheid geen enkele eensgezindheid vinden.
Kennelijk werden zogeheten stakeholdergroepen bevraagd, maar niemand die kan zeggen wie dat dan precies zijn. En namens wie die eigenlijk spreken.
En wat zal er gebeuren eenmaal dit plan in werking is. Wanneer is de eerste evaluatie gepland? Zal er dan wel effectief naar de mensen geluisterd worden én zullen er dan aanpassingen doorgevoerd kunnen worden? Iedereen dringt daarop aan, maar ik vind er niets over terug. 
We blijven benadrukken dat er meer aandacht moet zijn voor fietsers en voetgangers. Goed dat het stopprincipe zal opgenomen worden, maar er is in Brugge nood aan een ambitieuzer, alomvattend plan om de kwaliteit van fietspaden en voetpaden te verbeteren, voor meer toegankelijkheid en veiligheid.  Daarin moeten zeker de zwarte punten worden aangepakt en het Vierkant Groen nog meer worden toegepast .  
Wordt ook rekening gehouden met nieuwe vormen van mobiliteit? Als we naar 2030 en zelfs 2050 vooruit kijken moeten ook elektrische steps, deelsteps en speedelecs een plaats krijgen. Hoe gaan we deze opmars ervan inpassen in het grotere plaatje? Met de step tijden op de kasseien binnen het ei is trouwens ook een andere situatie in de deelgemeentes.
Ook in dit plan blijft de bereikbaarheid van Zeebrugge zeer onderbelicht. Ongelofelijk toch? Dat het stadsbestuur dan maar ten einde raad besliste om voor 140.000 euro zelf het busvervoer naar onze haven- en badplaats te organiseren, is goedbedoeld. Maar dit is toch echt geen taak voor een lokale overheid. Waar komt dat geld vandaan? Gaat het stadsbestuur op een dag dan zelf ook treinen inleggen mocht de NMBS de verbinding Lissewege en Zeebrugge inperken? Of heropenen we straks de schepenbanken omwille van te grote achterstand in het Brugse gerechtelijke dossiers?
Tot slot nog eens het bussenplan. Zo moet de gemeenteraad nu advies geven. Dus ook over het bussenplan. Maar dat plan gaat binnen enkele dagen al in. Onze vraag, gesteund ook door anderen binnen en buiten deze raad, om dit plan 'on hold' te zetten tot na bijkomende, ernstige gesprekken, wordt weggewuifd. Dit hoort ook een sociaal plan te zijn, maar de praktijk toont onmiskenbare een reeks asociale aspecten. Ik wees daar al vorige maand op. Maar toch nog dit: de halte aan Sport Vlaanderen. Daar werken we een masterplan voor uit, willen we groots aanpakken, maar de bijhorende bushalte, die schrappen we wel. Heus niet iedereen die daar gaat sporten of daar op bezoek komt, bijvoorbeeld om te supporteren is goed te been of vrij van beperkingen! Dat dit een te kortzichtige redenering is, bleek ook uit de bezwaren van vele Bruggelingen op de infomomenten. Zet die halte als eerste terug op de kaart!

Ik besluit. De zalen waar infovergaderingen over het Bussenplan werden gegeven liepen vol, zelfs op hete dagen. De meeste aanwezigen verlieten die zaten met nog meer vragen en niet zelden een volle portie boosheid. Dit mobiliteitsplan is een gemiste kans, inhoudelijk en communicatief. 

 

Extra info:

1/ Seniorenadviesraad: Er zijn momenteel reeds zoveel aan- en opmerkingen dat voor bepaalde sectoren een herziening wel aangewezen lijkt. Betrek de burger in de voorstellen, het zijn zij die de opmerkingen maken en vooral zij die gebruik maken van het openbaar vervoer. Hou vooral rekening met senioren en mensen die om één of andere reden zich moeilijk kunnen verplaatsen.

2/ Hoofdcoördinator: We bepleiten dan ook nogmaals dat deze bekommernissen die een ambtelijk en politiek draagvlak kennen hun doorvertaling krijgen in het Regionaal Mobiliteitsplan. 

3/ Jeugddienst: wil ook dat hun adviezen meegenomen worden in vervolgtraject.

 

4/ CAAAP Mobiliteit en hoogbouw

Nu we dit onderdeel van dit stadsvernieuwingsproject moeten goedkeuren grijp ik dit punt graag aan om twee bemerkingen mee te geven.

Ten eerste over Unesco en hoogbouw. Na mijn kritische opmerkingen en vragen hierover, mijn volle appreciatie voor u en uw diensten die daaropvolgend een extra inspanning deden om met Unesco contact te leggen. Ze maakten van Brugge een betrouwbare partner voor het Vlaams agentschap erfgoed. Begrip ook voor de situatie waarin u gewrongen zit. Enerzijds wil u graag het fiat van Unesco verkrijgen, maar anderzijds talmt Unesco en zit u met die wettelijke deadline van een vergunningsaanvraag die u moet beantwoorden.

We blijven hopen dat er alsnog een overleg en vooral een geruststellende fiat komt. Mogen we nog een extra inspanning vragen om hen via alle mogelijke kanalen te bereiken en de suggestie opperen om het langs diplomatieke weg te proberen? We hebben daar op verschillende niveaus namelijk een diplomatieke vertegenwoordiging, die vermoedelijk rechtstreekse kanalen hebben om de situatie te bespoedigen. Ik roep trouwens ook onze erfgoedverenigingen aan dat te doen. Want voor Brugge en voor iedereen die haar erfgoed in het hart draagt, is dit niet zo maar iets optioneel, maar écht vitaal.

Ten tweede waren er nogal wat bezwaren en bezorgdheden, al dan niet formeel ingediend. We zagen dat de projectontwikkelaar aanpassingen doorvoerde én dat de omgeving ook voor hun rekening aangelegd wordt, zonder dat de belastingbetaler hiervoor opdraait.

Toch blijven er nog bezorgdheden over. Vooral wat de mobiliteit betreft. En daar kan de stad wél zelf iets aan doen.

We kunnen er niet omheen dat de site waar dit mooie project komt, als een druk verkeersknooppunt is, dat door dit prachtige project, nog zwaarder zal worden belast.

Als u van dit veelbelovende project een succes wil maken, dan is een totaalaanpak van de omgeving op vlak van mobiliteit nodig. Dat is trouwens niet louter gebaseerd op aanvoelen van al wie daar passeert, maar op basis van cijfers in de mobiliteitsstudie.

Daarin kunnen we letterlijk lezen dat:

de voetgangersinfrastructuur ondermaats is.
het voor fietsers zelfs als een gevaarlijk zwart punt staat gesignaleerd, waar regelmatig ongevallen gebeuren.
Het project naar hun meting een impact zal hebben van + 88% in de ochtendspits en + 46% in de avondspits, vooral ook naar de Sluisstraat toe, die in eigenlijk enkel voor havenverkeer is voorbehouden, dus in principe zelfs niets zou mogen gebruikt worden.

Terwijl de nodige wijzigingen blijkbaar niet opgenomen zijn in het beleid, noch er budget voor voorzien is. Dat aspect baart ons toch grote zorgen.

Wat zijn de plannen van het stadsbestuur om daar verkeerschaos te vermijden en de hele omgeving die nu al als gevaarlijk wordt getypeerd, grondig aan te pakken zodat ze vlot en veilig is voor alle gebruikers, van fietsers tot automobilisten?

 

 

Extra info:

“Men kan besluiten dat de voetgangersinfrastructuur rondom het project ondermaats is.”

“In de praktijk is de omgeving van de Krakelebrug weinig fietsvriendelijk.”

Uit de tabellen kan worden afgeleid dat het project logischerwijze vooral een impact heeft op de Sluisstraat (+ 88% in de ochtendspits en +46% in de avondspits. Het grote verschil in relatieve toename tussen ochtend- en avondspits is te wijten aan de forse linksafslagbeweging tijdens de avondspits vanuit de Krakeleweg-noord naar de Sluisstraat (wellicht om de verkeerslichten aan de Krakelebrug te vermijden). Op zich zijn de kruispuntstromen niet van die aard dat er zich doorstromingsproblemen gaan voordoen, ware het niet dat door de vastgestelde wachtrijlengte op de Krakeleweg gedurende gemiddeld één uur van de avondspits het quasi onmogelijk is om vanuit de Sluisstraat linksaf te slaan richting R30 Sint-Pieterskaai. Men zal op de goodwill van de automobilisten moeten rekenen om zich in de wachtrij tussen te wringen.

Er is echter principieel al beslist, zie hierboven Startnota Sluisstraat/Krakeleweg (2021), om dit kruispunt met verkeerslichten uit te rusten. Dit zal ervoor zorgen dat het linksafslagverkeer vanuit de Sluisstraat op een veilige manier de Krakeleweg zal opdraaien.

Hoewel de Sluisstraat uitsluitend toegankelijk is voor havenverkeer en dus in principe deze straat niet zou mogen worden gebruikt worden, is dit de enige mogelijke ontsluitingsmogelijkheid

Het komt aan de stad Brugge toe om de verkeerslichtenregeling voor het kruispunt Krakeleweg – Sluisstraat uit te werken. Het grote nadeel van verkeerslichten is dat de wachtrijlengte op de Krakeleweg met ca. 130 m zal toenemen en wellicht zullen nog meer wagens de verkeerslichten aan de R30 Sint-Pieterskaai willen vermijden door de linksaf de Sluisstraat te nemen richting Lodewijk Coiseaukaai, hoewel dit eigenlijk enkel voorbehouden is voor havenverkeer.

Het kruispunt van de R30 Sint-Pieterskaai met de Krakeleweg is gekend als een gevaarlijk kruispunt waar regelmatig ongevallen gebeuren. Het kruispunt kent ook tijdens de avondspits structurele wachtrijen die deels te maken hebben met opgehaalde bruggen in de omgeving van het project en dikwijls verder reiken dan het kruispunt van de Krakeleweg met de Sluisstraat. Daarnaast wordt de linksafslagbeweging vanuit de Krakeleweg naar de R30 gehinderd door het rechtdoorgaand verkeer vanaf de Krakelebrug. Dit beperkt sterk de capaciteit van het kruispunt.

Door de 142 bijkomende autobewegingen in het ochtendspitsuur en 119 in het avondspitsuur zal de cyclustijd op het kruispunt met de Krakeleweg en de Sint-Pieterskaai licht groeien, en op zich worden geen bijkomende verkeersafwikkelingproblemen verwacht. De huidige problemen van lange wachtrijen in de Krakeleweg tot voorbij het kruispunt met de Sluisstraat zullen het voor de toekomstige bewoners, werknemers en bezoekers wel zeer moeilijk maken om linksaf te slaan vanuit de Sluisstraat tijdens de avondspits. Dit zal nog meer het geval zijn, als de volledige bouwblok waarbinnen het project is gelegen, wordt herontwikkeld.

Graag dringen we ook aan op een blijvende dialoog met de ondernemers daar in de buurt die daar al sinds jaar en dag gevestigd zijn, zoals het Brugs dakcentrum en mogelijks hinder zullen ondervinden door dit project. Ook voor hen moet een werkbare oplossing in onderling overleg mogelijk zijn.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is