Wateroverlast en waterbeheersing

Op 15 januari 2003

Door de opwarming van de aarde verwachten deskundigen voor de komende eeuw een stijging van het zeepeil met 1m tot 1,20m.  Door dezelfde oorzaak voorzien ze een toename van de neerslag met 10 tot 20%.  De laatste decennia hebben we reeds kunnen vaststellen dat wateroverlast en overstromingen steeds vaker voorkomen en een grotere omvang kennen.  In de laatste tien jaar deden er zich zes periodes van ernstige overstromingen voor.

De oorzaken van deze waterproblematiek zijn vooral de steeds kleiner wordende waterdoordringbare oppervlaktes, de verwaarlozing en de verdwijning van de natuurlijke afvoersystemen, het ontbreken van overstromingsgebieden en onvoldoende afvoercapaciteit naar zee.

Er moeten onmiddellijk maatregelen getroffen worden en werk gemaakt worden voor het bewaren en scheppen van waterdoordringbare oppervlakten.  Parkeerplaatsen, fabrieksterreinen, opritten van garages, straten, landelijke wegen, e.d.m. moeten verhard worden met waterdoordringbare materialen zodat de neerslag niet onmiddellijk in het rioleringssysteem of een natuurlijk afvoersysteem terecht komt maar langzaam in de bodem kan dringen.  Het vervangen van dergelijke geasfalteerde en gebetonneerde oppervlakten voor waterdoordringbare materialen moet aangemoedigd en financieel aantrekkelijk gemaakt worden.  Bij aanleg van dergelijke nieuwe oppervlakten moet een verbod gelden om asfalt of beton te gebruiken als verharding.

De waterhuishouding in Vlaanderen is grondig verstoord.  Het was opvallend dat tijdens de laatste hoogwaterperiode de eerste overstromingen niet langs de grote waterwegen begonnen zijn maar langs kleinere riviertjes.  Vele grachten en kleine waterlopen zijn gedempt of werden ingekokerd in buizen of beton waardoor hun afvoercapaciteit tot de helft of één derde werd teruggebracht.  De nog bestaande natuurlijke kleine waterlopen en grachten bevinden zich meestal in een erbarmelijke toestand.  Door aanslibbing en instortende oeverdijken kunnen deze natuurlijke afvoersystemen niet meer of onvoldoende functioneren zodat overstromingen onvermijdelijk worden.  Hier is een taak weggelegd voor de gemeentebesturen die streng moeten toezien op het onderhoud van de op hun grondgebied gelegen kleine waterlopen en grachten.  Onmiddellijk baggeren en herstellen van de dijken van de nog bestaande waterloopjes en grachten is een eerste en dringende vereiste.  Het opnieuw openmaken en in oorspronkelijke staat herstellen van de gedempte waterloopjes en grachten is een tweede opgave.

De overheid moet de grote rivieren en kanalen beter onderhouden.  Onvoldoende diepgang door aanslibbing is op deze waterwegen een groot probleem.  Niet alleen de scheepvaart ondervindt hierdoor meer en meer hinder en schade maar de optimale afvoer van overtollig water komt eveneens in het gedrang.  Ook de waterlopen in het Schelde- en Leiebekken moeten hoogdringend uitgebaggerd worden.  Maar het heeft geen zin om het overtollig water op efficiënte en voldoende wijze af te voeren als er op het einde van de rit een flessenhals opdoemt.  Dit is nu het geval.  In hoogwaterperiodes kan het overtollige water uit de stroomgebieden van Bovenschelde en Leie niet tijdig afgevoerd worden omdat de afvloeiingscapaciteit naar zee te klein is.

De lozingsmogelijkheden aan de sluizencomplexen van Merelbeke en Evergem zijn onvoldoende, het complex van Terneuzen lijdt aan hetzelfde euvel.  Het gaat niet op dat de scheepvaart stilgelegd wordt omdat men via de sluiskolken water moet lozen.

 In de Brugse regio kampt men met hetzelfde tekort : de afvoercapaciteit is belachelijk laag en ook hier wordt de scheepvaart onderbroken om water via de Dampoortsluis te laten afvloeien.  Ondanks deze drastische werkwijze kan men het overtollige water van Schelde en Leie niet tijdig wegwerken en ontstaan er overstromingen met veel schade en frustratie als gevolg.

Eén afvoerweg is hier nog niet vermeld : het Afleidingskanaal met beginpunt Balgerhoeke.  De oplossing voor de wateroverlast en de overstromingen in Schelde- en Leiebekken moet daar gezocht worden.  Door aanpassingswerken, via verbreding en verdieping, van dit kanaal en de bouw van een aangepaste stuwsluis in Balgerhoeke zouden de overstromingen in deze gebieden voorkomen worden.

Het aanleggen en bewaren van overstromingsgebieden op strategisch goed gekozen plaatsen in de Schelde- en Leiestreek, (dat geldt trouwens ook voor de Maasvallei), zijn noodzakelijk om bij overvloedige hoeveelheden neerslag de pieken in wateraanvoer tijdelijk op te slaan.

Samengevat moet de overheid in de onmiddellijke toekomst volgende maatregelen treffen :
Het Afleidingskanaal verdiepen en verbreden en een aangepaste stuwsluis bouwen in Balgerhoeke ; Overstromingsgebieden langs de grote rivieren aanleggen op strategisch wel gekozen plaatsen.  Grachten en kleine waterlopen uitbaggeren en dijken herstellen zodat ze hun taak als natuurlijk afvoersysteem kunnen waarmaken.  Tevens moeten de gedempte grachten en kleine waterlopen terug opengemaakt worden en terug ingeschakeld worden in het natuurlijk afwateringssysteem; Geasfalteerde en gebetonneerde grote oppervlakten - parkeerterreinen, industriële terreinen, opritten van garages, landelijke wegen, e.d.m.,- moeten voorzien worden van waterdoordringbare verharding.  Bij de inrichting en aanleg van dergelijke nieuwe oppervlakten moet er een verbod komen om asfalt en beton te gebruiken als verhardingslaag.  De overheid moet dit financieel aantrekkelijk maken. 

 

Deze voorstellen hebben tot doel wateroverlast en overstromingen te voorkomen.  Ze zijn dus bedoeld voor de huidige problemen bij de waterbeheersing in Vlaanderen.  Maar de toekomstige problematiek bij de stijging van het zeepeil en de voorziene toename van de neerslag zullen reusachtig groot zijn in vergelijking met deze waar we nu een oplossing aan moeten geven.  Wateroverlast en overstromingen zullen in toenemende mate en in steeds meer gebieden in Vlaanderen voorkomen.  Dijken en andere waterkeersystemen zullen overspoeld worden.  Elk voor- en najaar zullen duizenden mensen in ondergestroomd gebied moeten leven, gered en verzorgd worden.  Daarom moeten bij hoogdringendheid de nodige studies hieromtrent nu aangevat worden, concrete plannen moeten uitgedokterd worden, de nodige budgetten moeten vanaf nu in de begroting ingeschreven worden want hiervoor zullen er reusachtige sommen geld nodig zijn.  En niet te vergeten : de werkzaamheden zullen tijdig moeten aangevat worden zodat de mensen de nachtmerrie van een overstroomd huis en erf niet meer moeten beleven.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is