Brugge Unesco Werelderfgoed

Op 26 oktober 2010

ANTWOORD VAN MINISTER GEERT BOURGEOIS (N-VA) OP EEN PARLEMENTAIRE VRAAG IN VERBAND DE STATUS VAN WERELDERFGOEDSTAD VAN BRUGGE

Vooraleer in te gaan op de specifieke vragen die aan mij gesteld werden, lijkt het mij nodig het één en ander te verduidelijken.

Korte historiek:

§       Bezoek door een delegatie van het UNESCO Werelderfgoedcentrum en ICOMOS (International Council for Monuments and Sites) aan Brugge van 22 to 25 maart 2010, in opvolging van een beslissing van het UNESCO Werelderfgoedcomité uit 2009. Het Werelderfgoedcomité had gevraagd om de algemene bewaringstoestand (state of conservation/ état de conservation) van Brugge te onderzoeken, en om twee projecten in het bijzonder te bekijken.

§       Missierapport van het werelderfgoedcomité van 1 juni 2010 met aanbevelingen.

§       Op 3 augustus 2010 heeft het UNESCO Werelderfgoedcomité, in vergadering bijeen in Brasilia, de volgende beslissing formeel goedgekeurd m.b.t. de historische binnenstad van Brugge

 

Het is van belang om de aanbevelingen/beslissing van UNESCO juist te lezen, her en der worden immers onrustwekkende conclusies getrokken uit de beslissing van UNESCO.

à noch in het rapport van het bezoek aan Brugge, noch in de eindbeslissing is er sprake van het gegeven dat Brugge haar status als werelderfgoedstad zal verliezen.

à UNESCO vraagt niet uitdrukkelijk dat de hele Brugse binnenstad zou worden beschermd.

 

Voor alle duidelijkheid som ik de aanbevelingen nog even op:

 

1.    Denk na over manieren om het goed op te nemen in het nationale wettelijke kader als een 'stedelijk landschap', om zo de samenhang en de globale stedelijke verschijningsvorm te beschermen,

2.    Neem de studie op van specifieke stedelijke gebieden, om de typologie en de randvoorwaarden voor mogelijke toekomstige ontwikkelingen te bepalen,

3.    Promoot duidelijkere en effectievere verbanden tussen ontwikkelings-belangen en de nood om het historische centrum van Brugge te behouden, door de noden van het behoud van onroerend erfgoed te integreren in gewestelijke planningsdocumenten,

4.    Identificeer belangrijke zichten van en naar het goed, en incorporeer de bescherming van deze zichten in stedelijke planningsdocumenten,

5.    Versterk het bestuur van het goed, zodat het meer proactief wordt, en incorporeer het in het goedgekeurde stedelijk plan gebaseerd op de verklaring van Uitzonderlijke Universele Waarde,

6.    Voorzie de creatie van een adviserend panel van experten, specifiek voor het goed ingeschreven op de Werelderfgoedlijst, dat geconsulteerd mag worden bij belangrijke projecten en in een vroeg stadium advies kan verlenen over de gepastheid.

 

Het klopt natuurlijk wel dat UNESCO en ICOMOS een aantal pijnpunten hebben vastgesteld, en dat op basis van deze vaststellingen een aantal specifieke aanbevelingen geformuleerd zijn.

 

Ik wens er ook op te wijzen dat het Werelderfgoedcomité niet vraagt dat al deze aanbevelingen tegen 1 februari 2012 integraal zijn omgezet.

 

à wel wordt tegen 1 februari 2011 een ontwerp van retrospectieve verklaring van Uitzonderlijke Universele Waarde verwacht

à één jaar later, moet voor het eerst gerapporteerd worden over de vooruitgang die is geboekt in de implementatie van de aanbevelingen

 

à Het Werelderfgoedcomité verwacht dus niet dat alles over anderhalf jaar al uitgeklaard is.

§        Heeft de minister reeds kennis genomen van het rapport van deze visitatiecommissie? (Vraag W. Vandaele)

§        Wat is de reactie van de minister op dit rapport en meer specifiek op de aanbevelingen? (Vraag W. Vandaele, B. Caron)

§        Wil de minister de Brugse binnenstad volledig beschermen als stadsgezicht, zoals wordt vermeld in de aanbevelingen? (Vraag J. Verstreken, M. Van Volcem, B. Caron)

§        Hoe ziet de minister de balans tussen een werelderfgoedstad en een levende stad uit de 21ste eeuw? (Vraag B. Caron)

§        Zijn er al concrete plannen voor de omzetting van de aanbevelingen?

§        Plant u om op elk van deze wensen in te gaan

§        Tegen welke datum acht u het mogelijk om dit alles te realiseren?

(Vragen M. Van Volcem, gelijkend aan vraag J. Verstreken, W. Vandaele en B. Caron)

 

Ik bundel al de vragen die betrekking hebben op het rapport en de aanbevelingen.

 

Het rapport van de visitatiecommissie werd op 15 juni via e-mail rechtstreeks aan Ruimte en Erfgoed bezorgd. Dit agentschap volgt het UNESCO Werelderfgoed op Vlaams grondgebied op, en geldt daarop als informeel aanspreekpunt voor UNESCO. Formeel loopt alle communicatie via de Belgische vertegenwoordiging bij UNESCO.

à Ruimte en Erfgoed heeft het rapport daarop doorgestuurd aan het stadsbestuur van Brugge en aan mijn kabinet.

à Mijn administratie was aanwezig in Brasilia.

 

 

§       Inmiddels is ook met het stadsbestuur van Brugge overlegd, waarmee ik een antwoord geef op de vraag van Wilfried Vandaele en Bart Caron. Ik ga straks uitgebreid in op dit overleg.

§       Er is nog geen overleg geweest of gepland met de Brugse erfgoedsector (vraag van Bart Caron). Ik ontving wel een brief van het Brugse Erfgoedforum met een vraag tot overleg mbt deze problematiek. Ik zal deze mensen in de nabije toekomst uitnodigen voor een overleg op mijn kabinet.

§       Overleg met mijn collega van Ruimtelijke Ordening (vragen van Bart Caron) is op dit moment niet nodig gelet op de initiatieven van de stad Brugge, ik kom hier later nog op terug.

Aanbeveling 1: Denk na over manieren om het goed op te nemen in het nationale wettelijke kader als een 'stedelijk landschap', om zo de samenhang en de globale stedelijke verschijningsvorm te beschermen

 

Sommigen interpreteren de eerste aanbeveling van UNESCO als een expliciete vraag voor de volledige bescherming van de binnenstad van Brugge, dit gaat over een immense oppervlakte van ca. 430 hectare. Ik toon even een kaart van de stad om dit te verduidelijken.

 

1.    Het beschermen van Brugge als stadsgezicht is geen correcte maatregel omdat niet elk pand of elke constructie in de binnenstad over erfgoedwaarde beschikt.

à Een bescherming betekent immers dat je de bedoeling hebt om het voorwerp van de bescherming te bewaren voor de toekomst.

à Heel wat panden in de Brugse binnenstad hebben geen erfgoedwaarde (van de ca. 11.500 panden zijn er 550 beschermd, er zijn 10 stadsgezichten).

à Tevens zullen we in het geval van een volledige bescherming van de binnenstad, vrijwel onmiddellijk geconfronteerd worden met nieuwe constructies die automatisch mee beschermd zijn, waarvoor we in principe na verloop van tijd zelfs onderhoudspremies (indien er een goedgekeurd herwaarderingsplan bestaat) kunnen gaan toekennen.

 

2.    Beschermen als stadsgezicht van de WHP (World Heritage P?) Brugge komt niet tegemoet aan de fundamentele nood om, zoals door Unesco gevraagd, voor de stad een beheerplan of beheerplannen op te maken die bindend zijn.

Het komt niet tegemoet aan de hoofdaanbevelingen van UNESCO, m.n. de aanbevingen 2, 3 en 5.

 

3.    De kans op vernietiging van het beschermingsbesluit door RvS is zeer groot gelet op het aantal eigenaars.

à Het grote aantal percelen betekent een zeer grote foutmarge. Dit betekent herbeginnen van de procedure die op zich loodzwaar is.

 

 

4.    Elk later te nemen initiatief tot wijziging - niet enkel sloop - van de bestaande toestand, kan stuiten op een arrest van RVS. Dit kan mogelijk opgelost worden door het voorstel van decreetswijziging van Mercedes Van Volcem, doch dit is slechts een oplossing op één van de argumenten tegen een integrale bescherming.

 

5.    Het belangrijkste argument is dat Brugge - nog maar pas ontvoogd op het vlak van ruimtelijke ordening - de facto die autonomie weer zal ontnomen worden. Dit gaat in tegen elke logica, en tegen alle recente bestuurlijke evoluties!

à Een volledige bescherming plaatst de binnenstad als het ware onder curatele: voor elk vergunningsdossier geldt een bindend advies van de Vlaamse overheid. Dit gaat in tegen recente evoluties (subsidiariteit, ontvoogding, ...)! Ook de voortrekkersrol van Brugge als erfgoedstad wordt hiermee genegeerd.

 

 

Ik heb aan de stad Brugge een plan van aanpak voorgesteld:

 

à Vanaf 2012 zullen, in uitvoering van het nieuwe decreet OE, systematisch beschermingsdossiers "stadslandschappen" (Urban Landscapes, zoals UNESCO het noemt) uitgewerkt worden aan de hand van grote historische structuren op basis van hun typerende historisch-structurele waarde en het intrinsieke belang van de bebouwing ervan

§       Als evidente Brugse "stadslandschappen" in de brede betekenis van het woord kunnen de reien met hun bebouwing worden beschouwd, zijnde de meest kenmerkende en typerende van de historische structuren van de stad. De reien vormen te verantwoorden en in de praktijk afscheidbare gehelen.

§       Andere evidente "stadslandschappen" zijn de openbare pleinen (Markt en Burg, Simon Stevinplein, Woensdagmarkt, Vismarkt, Zand...) waarvan de bescherming zowel structureel als naar intrinsieke waarde van de bebouwing kan worden verantwoord.

§       Als derde evident "stadslandschap" zien wij de vesten rond de historische binnenstad, waarbij een belangrijke factor open ruimte en groen.

 

- Dit project zal ongeveer vier jaar in beslag zal nemen.

 

(- In tussentijd zal mijn administratie in 2011 werk maken van de bescherming van de zogenaamde 'Topstukkenlijst', een negentigtal prioritair te beschermen panden in de Brugse randgemeenten, dit op expliciete vraag van de stad Brugge)

 

 

Aanbeveling 2 en 3: Neem de studie op van specifieke stedelijke gebieden, om de typologie en de randvoorwaarden voor mogelijke toekomstige ontwikkelingen te bepalen,

Promoot duidelijkere en effectievere verbanden tussen ontwikkelings-belangen en de nood om het historische centrum van Brugge te behouden, door de noden van het behoud van onroerend erfgoed te integreren in gewestelijke planningsdocumenten

 

Acties:

§       opmaak en actualisatie deelplannen voor de binnenstad

§       opmaak van RUP voor de binnenstad

 

Tijdens mijn overleg met de stad Brugge heeft de stad haar actieplan voorgesteld.

à Ik zie veel heil in het plan van het stadsbestuur om opnieuw deelplannen uit te werken voor de binnenstad.

§       De opmaak van deze plannen zou worden voorafgegaan door een proces van bouwblokinventarisatie, waarbij de erfgoedwaarde van de individuele panden en hun globale verschijningsvorm in straatbeelden en bouwblokken in detail worden onderzocht.

§       Op basis van dit onderzoek kan een langetermijn-beheervisie worden uitgewerkt onder de vorm van deelplannen.

 

Deze gedifferentieerde aanpak door Vlaanderen en Brugge komt mijns inziens tegemoet aan verschillende verzuchtingen van de visitatiecommissie en het Werelderfgoedcomité, zonder het functioneren van de stad in de 21ste eeuw onmogelijk te maken.

- UNESCO legt immers geen bescherming als stadsgezicht op, maar vraagt om "manieren te onderzoeken om het goed op te nemen in het nationale wettelijke kader als een stedelijk landschap".

- Een gedeeltelijke bescherming als stadslandschap, aangevuld met een verankering via het stedelijke instrumentarium (strenge verordening, deelplannen) lijkt mij een verdedigbaar én werkbaar compromis.

 

Uit het voorgaande blijkt dat Vlaanderen en Brugge hier samen voor moeten zorgen.

à Uit mijn gesprek met het stadsbestuur blijkt dat zij deze verantwoordelijkheid zeer ter harte neemt:

§       Brugge zal ook een RUP van de binnenstad opmaken;

 

De stad is bereid om hiervoor aanzienlijke middelen vrij te maken. Ik ben hen hiervoor méér dan erkentelijk. De ervaring uit het verleden leert dat de samenwerking tussen stad en Ruimte en Erfgoed goed verloopt. Ik ben er dus gerust in dat deze contacten de juiste basis vormen om in dit dossier verder te werken, en om de gedeelde verantwoordelijkheid op te nemen.

 

 

Aanbeveling 4: Identificeer belangrijke zichten van en naar het goed, en incorporeer de bescherming van deze zichten in stedelijke planningsdocumenten

 

Actie van de stad Brugge:

§       Het uitvoeren van visuele impactstudies wordt verplicht ingeschreven in de stedenbouwkundige verordening en een bij te voegen document bij de bouwaanvragen

 

 

Aanbeveling 5 en 6:Versterk het bestuur van het goed, zodat het meer proactief wordt, en incorporeer het in het goedgekeurde stedelijk plan gebaseerd op de verklaring van Uitzonderlijke Universele Waarde,

Voorzie de creatie van een adviserend panel van experten, specifiek voor het goed ingeschreven op de Werelderfgoedlijst, dat geconsulteerd mag worden bij belangrijke projecten en in een vroeg stadium advies kan verlenen over de gepastheid.

 

Acties:

1.    Opmaak van document/rapport waarin de uitzonderlijke universele waarden van het WHP Brugge omschreven worden

à Een voorlopige versie van dit document is momenteel aan het stadsbestuur bezorgd voor commentaar. We zitten hier dus op schema.

 

2.    Actualisatie structuurplan Brugse binnenstad, door opmaak beleids- en beheerplan.

à De stad Brugge doet de actualisatie.

 

3.    Oprichten adviesorgaan van deskundigen specifiek voor het WHP - onderzoeken hoe dit zich verhoudt met andere adviesorganen.

à Ook hiervoor heeft het stadsbestuur concrete plannen om hier op korte termijn al gevolg aan te geven.

 

Ter info:

De commissie zou 12 leden tellen. Vanuit de stedelijke dienst monumentenzorg wordt de volgende samenstelling voorgesteld.

Externe experts:

1.    vertegenwoordiger van ICOMOS-België;

2.    prof. Koen Van Balen, titularis leerstoel Unesco aan het RM Lemaire Instituut KUL Leuven.

3.    prof. André De Naeyer;

4.    Jos Gijselinck, Vlaams erfgoedambtenaar voor Limburg, vanaf 1/09 met pensioen;

5.    Karel Dendooven, directeur Forum voor Erfgoedverenigingen (en Bruggeling);

6.    Suzanne Van Aerschot, voormalig UNESCO-aanspreekpunt;

7.          Bob Van Reeth, architect en vroeger Vlaams Bouwmeester;

8.          Werner Desimpelaere, architect en expert voor ICOMOS;

9.          Livia de Bethune, architecte en docente Sint-Lucas Gent.

Voor de Stad Brugge:

1.    Mevrouw Mercedes Van Volcem, Schepen voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting;

2.    Ir.-Dir. Luc Constandt;

3.    Arch. Hoofd van dienst Ingrid Leye;

 

 

4.    Organisatie van een colloquium om de conflictpunten tussen een levende stad en haar historisch karakter te definiëren.

In dit verband verwijs ik naar het gezamenlijke initiatief van stad Brugge en de Vlaamse Overheid om een colloquium te organiseren over werelderfgoedsteden in de 21ste eeuw.

- Het spreekt voor zich dat deze thematiek aansluit bij het huidige UNESCO-onderzoek in Brugge, maar het is een onderwerp dat ruimer leeft.

- Zowel vanuit Franse als Nederlandse hoek zijn er al enthousiaste reacties gekomen, en is men bereid om actief mee te werken.

Er zijn ook al gesprekken geweest met het Werelderfgoedcentrum over een plaats op de officiële kalender.

Samengevat kan er dus gesteld worden dat er zowel langs Vlaamse zijde als in Brugge concrete stappen zijn gezet om tegemoet te komen aan de aanbevelingen.

- Ik maak mij sterk dat we in 2012, wanneer een eerste tussentijdse evaluatie wordt verwacht, al verschillende realisaties zullen kunnen voorleggen.

- Begin volgend jaar al zal de Vlaamse overheid, zoals gevraagd, een ontwerp van Verklaring van Uitzonderlijke Universele Waarde overmaken aan UNESCO. à Samen met dit document zullen we ook een stappenplan en timing aan het Werelderfgoedcomité bezorgen.

Hoe verhouden deze aanbevelingen zich tot de inspanningen inzake administratieve vereenvoudiging? (commissies Berx, Sauwens)

Vraag J. Verstreken

Zoals de Vlaamse overheid, samen met de stad Brugge de aanbevelingen omzet zijn er geen problemen.

Indien de aanbevelingen -zoals door sommigen- verkeerd gelezen en geïnterpreteerd worden stroken de verschillende aanbevelingen niet echt met de conclusies van de commissies Berx en Sauwens.

à Zo zou een integrale bescherming van de binnenstad onmiskenbaar ingaan tegen het streven naar administratieve vereenvoudiging, en bijkomende bindende adviezen creëren in plaats van deze terug te schroeven.

- Ook het voorstel om de adviezen van adviserende instanties een bindend karakter te verlenen treedt in conflict met de aanbevelingen van de commissies Berx en Sauwens.

Hoe kijkt de minister als minister van Toerisme aan tegen dit rapport?

Vraag B. Caron

Hoe ziet u zelf de balans tussen een werelderfgoedstad en een levende stad uit de 21ste eeuw, tussen kunsthistorie en hedendaagsheid.

Vraag B. Caron

Toerisme is van groot belang voor Brugge, dat staat buiten kijf. Ook voor het aantrekken van buitenlandse toeristen naar Vlaanderen is Brugge een onmiskenbare troef.

Het UNESCO-label is een belangrijke troef voor de stad, maar het toerisme staat of valt er niet mee. Het UNESCO-label trekt niet noodzakelijk meer bezoekers aan.

Het UNESCO-rapport verwijst impliciet naar toeristische ontwikkelingen die de leefbaarheid van de stad niet in het gedrang mogen brengen.

Ik heb de indruk dat het stadsbestuur zich ook bewust is van deze mogelijke bedreiging, en dat ze met haar beleid hier al op heeft ingezet:

- de hotelstop die al geruime tijd bestaat, zorgt er bijvoorbeeld voor dat woningen niet meer ongehinderd verbouwd kunnen tot hotel.

Toerisme zal uiteraard meegenomen moeten worden bij de afweging tussen de ontwikkelingsnoden, en de eisen verbonden aan het behoud van de erfgoedwaarden van de historische binnenstad.

Wat is de stand van zaken omtrent het nieuwe erfgoeddecreet?

Vraag J. Verstreken

Op 23 juli 2010 stelde ik in de Vlaamse Regering de eerste ideeën voor het decreet onroerend erfgoed in een conceptnota voor. De ideeën in deze conceptnota geven een richting aan en maken duidelijk hoe wij in Vlaanderen in de 21ste eeuw onze landschappen, monumenten en archeologische vindplaatsen willen behouden.

Op de website van het beleidsdomein RWO vindt u de volledige conceptnota.

- Tot 30 september 2010 kon iedereen ten aanzien van deze nota zijn of haar mening inbrengen.

- In oktober zullen alle aangebrachte ideeën en bedenkingen worden gebundeld.

- Waardevolle nieuwe ideeën en kritische bedenkingen zullen door mij zeker worden bekeken en in aanmerking worden genomen voor eventuele opname in het ontwerp van decreet.

- Ik wens dit document ook binnen deze parlementaire commissie te bespreken, u zal dan merken dat het nieuwe decreet aan waardig alternatief biedt om tegemoet te komen aan het rapport van UNESCO (vraag van J. Verstreken).

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is