Randparking kan verkeersdruk verlichten.

Dat Brugge de mooiste stad van Vlaanderen is hoeven we u niet te vertellen. Dat merkt u als u op een mooie dag staat aan te schuiven om het Brugse stadscentrum te bereiken of als u rondjes rond datzelfde stadscentrum blijft rijden omdat alle parkings volzet zijn. De tijd dat we deze problemen enkel kenden op mooie zomerdagen of tijdens de vakantieperiodes ligt al een paar jaar achter ons. Het probleem is structureel: er is een capaciteitsprobleem.

Onze historische stad is gebouwd in lang vervlogen tijden, eeuwen voor de eerste auto op onze wegen verscheen. Daar zijn we terecht trots op, op dat werelderfgoed van ons. Toch is het niet eenvoudig, leven in een historische stad. Op het vlak van mobiliteit rijden we ons steeds vaker vast in het verkeer en is het steeds moeilijker een plaatsje te vinden waar je je wagen mag achterlaten.

Een mirakeloplossing hiervoor is er niet, het is een vaststaand feit dat het verkeer toeneemt en zal blijven toenemen.  Is er dan niets wat we kunnen doen? Uiteraard wel!

Een eerste vereiste is het niet-noodzakelijke verkeer terugdringen om de toegangswegen en de centrumparkings te ontlasten. Dit kunnen we doen door rand- en carpoolparkings te bouwen een flink stuk voor de plaatsen waar de files beginnen.

Als we de verkeersstromen naar Brugge onder de loep nemen stellen we vast dat een groot deel van het verkeer van het knooppunt E40/N31 via de Koning Albert I-laan onze stad binnenkomt. Een logisch gevolg zou dan ook zijn een randparking te bouwen daar waar de verkeersstromen van de E40 en de N31 samenkomen en deze parking, zoals dat in andere steden in binnen- en buitenland gebruikelijk is (denken we maar aan Antwerpen of Luxemburg), reeds op de snelwegen aan te kondigen. Ook de plaatsing en het gebruik van intelligent bediende verkeerssignalisatie veel kilometers buiten de binnenstad kunnen bijdragen tot een oplossing.

Een tweede vereiste is een vlotte, rechtstreekse verbinding tussen de randparkings en het stadscentrum. Maar al te vaak zien we dat er weliswaar een buslijn is die parking en centrum met elkaar verbindt maar dat die bus er wegens de haltes op het traject, te lang over doet om het centrum te bereiken waardoor bezoekers er alsnog voor opteren zich met de wagen tot in het stadscentrum te verplaatsen. Daarom pleit N-VA voor een echte rechtstreekse verbinding die enkel de parking, het station en het stadscentrum aandoet en op die manier de bezoekers kan verleiden hun wagen aan de stadsrand achter te laten. Als die randparking dan nog goedkoper blijkt te zijn dan een parkeerplaats in de stad, waarbij ik uitdrukkelijk wens te benadrukken dat ik niet pleit voor een verhoging van het huidige parkeertarief in de Brugse parkings, wordt die randparking een aantrekkelijk alternatief.

Uiteraard dient die verbinding tussen parking en stadscentrum niet per definitie een buslijn te zijn. De Lijn en de Vlaamse regering beslisten immers om de kusttram door te trekken naar Brugge, het zogenaamde “Neptunusplan”. Door deze tramlijn door te trekken naar de nieuwe randparking aan de E40/N31 kunnen ook de toeristen die een dagje Zeebrugge of Blankenberge op hun programma staan hebben van de randparking gebruik maken met als gevolg dat ook de N31 verder wordt ontlast. De inzet van lightrails dient evenzeer te worden onderzocht.

De N-VA-werkgroep “Mobiliteit en openbaar vervoer” werkt aan een totaalaanpak voor de verkeers- en parkeeroverlast in Brugge en de deelgemeenten. Het idee van deze randparking kadert binnen die visie maar is slechts een deel van de oplossing, een eerste stap naar een leefbaarder, toegankelijker Brugge. Voor de bezoekers en de Bruggelingen.

Johan Deprez

De auteur is Communicatieverantwoordelijke van N-VA Brugge en voorzitter van de werkgroep “Mobiliteit en Openbaar Vervoer”. Hij is ex-treinbegeleider en voormalig onderbureauchef van de dienst Treinbegeleiding van NMBS Mobility en werkt momenteel als parlementaire medewerker van Kamerlid Daphné Dumery. Hij is lid van Mensa en de Bond van Trein-, Tram- en Busgebruikers (TreinTramBus.be) en een frequent gebruiker van het openbaar vervoer. Contacteer Johan Deprez via www.johandeprez.eu