Interpellaties gemeenteraad 28/01/2014

Op 28 januari 2014

Ann Soete

Economische toets

Geachte Voorzitter, Burgemeester en Schepenen,

Collega’s Raadsleden  en  aanwezigen in de zaal,

Enige tijd geleden heeft minister Bourgeois heeft er op aangedrongen dat steden en gemeenten bij het nemen van  beleidsbeslissingen de armoedetoets zouden invoeren. N-VA heeft met genoegen kunnen vaststellen dat Brugge hierin het voortouw heeft genomen. Het is en blijft immers belangrijk dat iedereen zich in de maatschappij goed kan voelen en meetelt.

N-VA wil ook nog verder gaan. Wij vragen met aandrang aan het bestuur  om bij haar beslissingen of bij het laten uitvoeren van studies ook een ECONOMISCHE toets door te voeren. Dit niet alleen bij grote, maar ook bij de kleinere dossiers.

Laat me hier enkele voorbeelden aanhalen:

Zo is er sprake van om een city-depot op te richten, waar de lading van grote vrachtwagens  kan overgeladen worden naar kleinere bestelwagens, om zo het zwaar vrachtverkeer uit de binnenstad te weren.

Daarbij stellen we ons dan de vraag wie dit zal bekostigen. Als men dit ten laste zal leggen van de handelaars, dan dreigt een exodus van een resem winkels uit de binnenstad !

Ook gelden er voor de toelevering aan de horeca tal van voorschriften, bv.  i.v.m. hygiëne, voedselveiligheid, enz. Hoe zal men dit aanpakken?

Bovendien stellen we vast dat sinds enkele jaren het volume van de vrachtwagens die de binnenstad doorkruisen sowieso al fel verminderd is.

 

En dan is er het voetbalstadion. De uitbreiding van bedrijfsruimte, die eerder voorzien was, wordt nu bij de besluitvorming hierover zondermeer opgeofferd. Werd er nagedacht hoe dit verlies van potentiële bedrijfsterreinen kan gecompenseerd worden ? Waar zijn er alternatieven voor het aantrekken of uitbreiden van bedrijven?

 

Wat betreft het evenementenbeleid van onze stad, verwijs ik graag naar Kookeet. Dat was inderdaad een groot succes, maar waarom is hier geen samenspraak geweest met de handelaars van de Brugse binnenstad? Waarom wordt bv. de brunch of het ontbijt niet ieder jaar in een andere deelgemeente georganiseerd?  Waarom houdt men geen overleg met de handelsgebuurtekringen van de deelgemeentes?

Dit zijn allemaal gemiste kansen, want er zijn zeker bakkers, slagers, delicatessenzaken e.d.m. die maar al te graag op deze kar zouden springen…

 

Bij het cultuurbeleid moet het stadsbestuur in de aanloop naar de grote Triënnale misschien ook  even aan tafel gaan zitten met onze ondernemers om te bespreken hoe ook in deze sector een return kan gevonden worden . Denken we nog maar eens terug aan wat de Memlinc-tentoonstelling in Brugge heeft teweeggebracht. De horeca en de lokale handel hebben er een fantastisch jaar aan overgehouden. Vergeet niet dat ook dit een meerwaarde betekent voor investeerders, én dus voor de tewerkstelling in onze stad en onze streek!!

 

En wat met Brugge als winkelstad ? Eigenlijk moeten we hier stellen dat we het slachtoffer geworden zijn van ons succes als toeristische trekpleister. Veel inwoners mijden het stadscentrum omdat ze bij wijze van spreken bijna omver gelopen worden. Winkeluitbaters zeggen dat ze in de wintermaanden  en zelfs december geen topverkoop meer kennen. Voor veel Bruggelingen, zowel bewoners als handelaars , is het massatoerisme zoals Brugge het nu meemaakt, een doorn in het oog en zo verliest de Brugse binnenstad  zijn aantrekkingskracht als handelscentrum.

Moet het stadsbestuur ook hier niet ernstig laten onderzoeken of we in Brugge op deze manier verder willen en kunnen? Er is duidelijk nood aan een grondige evaluatie en aan dialoog met de handelaars.  Maar is het stadsbestuur bereid om te luisteren naar de ondernemers? Wil het investeerders aanmoedigen? Ik denk dat we enkel op die manier nog ondernemers kunnen aantrekken die in de stad het verschil maken en die ervoor zorgen dat Brugge als winkelstad weer opbloeit.

 

Daarnaast is het bij het toerismebeleid een absolute noodzaak om het verblijfstoerisme aan te zwengelen. Een studie van de WES over het economische verschil tussen de dagjes- en de verblijfstoerist wijst uit dat het verschil in uitgave per persoon van 14 tot 40 euro bedraagt ! Dat dit   gevolgen heeft  voor de tewerkstelling is evident. Ook hier weer is de  toepassing van de economische toets bij het opstellen van het beleid dus uitermate belangrijk. Noelia Sanchez zal u hieromtrent straks meer toelichting geven.

Ik wil hier ook nog even het vernieuwde maar halfslachtige terrassenreglement aanhalen. Ook hier was er geen overleg met de horecasector.

 

Het stadsbestuur lijkt ook van plan om, ondanks de digitalisering van de overheidsdiensten, een nieuw dienstencentrum te gaan bouwen, en dan ook nog bij voorkeur buiten het stadscentrum. In dat geval zou  een verhuis van allerlei diensten uit het centrum onvermijdelijk een leegloop met zich meebrengen. Brugge zou er binnenkort als een spookstad kunnen uitzien. Deze diensten brengen immers extra mensen naar de binnenstad en dit zorgt ervoor dat daar dan meer gespendeerd wordt . Dit is zeker het overdenken waard !  

Misschien kan men suggereren om boekhoudkantoren, advocaten of andere vrije beroepen naar de binnenstad te lokken. Of slaat het bestuur resoluut het pad naar een tweede Bokrijk in?

 

En nu we het toch over Bokrijk hebben…   Is het ook wel aangewezen om werkelijk  alle autoverkeer uit de binnenstad te weren?!  Heeft het bestuur zich al afgevraagd welke economische repercussies daar aan vasthangen?!

Ook over de aanleg van randparkings of bijkomende parkings zijn er reeds veel ballonnetjes opgelaten, maar blijven beslissingen achterwege.

En waarom is het  invoeren van de blauwe fietsen niet gebeurd in samenspraak met de lokale fietshandelaars ? Men had er bv. kunnen voor kiezen  een subsidie toe te kennen bij verhuring aan een laag tarief. Dat zou pas een goed voorbeeld geweest zijn van de invoering van een economische toets aan de noden van jullie eigenste Brugse ondernemers…

 

Eigenlijk kan ik nog heel wat voorbeelden aanhalen, zonder één of andere bevoegde schepen direct aan te spreken. N-VA wil hier een oproep doen om bij elke beslissing net dat beetje verder te denken, om naast de armoedetoets ook de ECONOMISCHE toets door te voeren.

Investeren en ondernemen brengt , zoals u weet, tewerkstelling met zich mee. En ik durf te stellen dat niemand van het bestuur hier een njet  wil tegenover stellen…

Ann Soete
fractievoorzitter N-VA Brugge

Hugo De Bondt

Asbest in de Brugse stadsgebouwen

Interpellatie op de gemeenteraadszitting van 28 januari 2014

Mijnheer de voorzitter, geacht college, beste collega’s,

De vraagstelling in verband met de aanwezigheid van asbest in onze gebouwen is een positieve vraag die betrekking heeft op de gezond- heid in het algemeen. In het bijzonder voor de werknemers van de stad en het OCMW Brugge, de bezoekers aan de kantoren, de dienstencentra en de bewoners van de Woon- en ZorgCentra…

Asbest op zich is niet gevaarlijk zolang er geen manipulatie plaats heeft, bijvoorbeeld door een gebeurtenis of manueel. Trillingen (door werken en verkeer) en bij brand en bij het boren in asbest, kunnen asbest doen barsten.

Het gevolg daarvan is dat er partikels van de asbestvezels vrij komen in de leef- en werkruimten. Die zetten zich op hun beurt vast in de longen en na verloop van tijd (zelfs na tien jaar) ‘asbestose’ veroor- zaken.

Een vreselijke kanker met als enige zekerheid een lange en pijnlijke lijdensweg met de dood tot gevolg.

De wetgever heeft destijds de verplichting opgelegd om voor alle gebouwen een ‘asbestinventaris’ op te maken en te bezitten, met daaraan gekoppeld – wanneer inderdaad asbest zou aanwezig zijn – een ‘beheersprogramma’. Zodoende is niet alleen de brandweer, in geval van brand op de hoogte van de aanwezigheid van asbest, maar ook de aannemer en zijn werklieden die er werken moeten uitvoeren. (K.B. van 16 maart 2006 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van asbest (B.S. 23/3/2006. Gewijzigd bij K.B. van 8 juni 2007 (B.S. 22/6/2007).

 

Kan de bevoegde schepen ons bevestigen dat het stadsbestuur, voor al de gebouwen die de stad in haar beheer heeft, voldaan heeft aan de hiervoor vermelde wettelijke en reglementaire bepalingen in verband met preventie tegen asbest?

 

Dank voor jullie aandacht.

 

Hugo De Bondt

gemeenteraadslid N-VA Brugge

 

Patrick Daels

Tussenkomst GR 28/01/2014 - agendapunt 25 verslag GECORO dd 6/11/2014

Geachte collega’s, geachte schepen Demon,

In het GECORO-verslag van 6 november 2013 wordt onder andere verwezen naar ingediende bezwaren door een inwoner van Christus Koning in verband met gebruik van bepaalde materialen bij vervanging van onder andere ramen aan een woning, gelegen in de Kroonstraat.

In het betreffende (voorlopig) verslag suggereert Gecoro hierop dat er enerzijds zowel essentiële verschillen zijn tussen Christus Koning en de binnenstad, maar anderzijds ook gelijkenissen.  De randvoorwaarden voor Christus Koning en de binnenstad zijn dan ook niet identiek.

Betreffende de bezwaren inzake het materiaalgebruik meent de GECORO dat dit nog genuanceerd kan worden. Op bepaalde plaatsen, bv. langs de Houtkaai of in minder waardevolle panden zou aluminium of zelfs pvc moeten kunnen. In se maken de voorschriften het wel mogelijk om aluminium te plaatsen in minder waardevolle panden.  

De Gecoro verklaart voorts in het verslag van oordeel te zijn dat de wijk Christus Koning zo maar niet kan gelijk gesteld worden aan de binnenstad doch dat deze wijk haar eigen specifieke kwaliteiten bezit waaraan de nodige aandacht moet besteed worden doch dat het RUP onvoldoende genuanceerd de huidige toestand ivm het materiaalgebruik benadert en beoordeelt.

Wij hebben hierbij dan ook volgende vragen aan de schepen van ruimtelijke ordening ; vragen die we eigenlijk wel op het berek hadden willen stellen, maar dit punt werd om een ons onbekende reden niet besproken tijdens het berek van maandag 20 januari, ondanks het feit dat het geagendeerd stond :

1) Kan er op één of andere manier wat meer duidelijkheid geschapen worden ten aanzien van de inwoners van Christus Koning over wat nu wel of niet mag ?

2) Concreet : de Kroonstraat > is er een mogelijkheid dat de betreffende bezwaar-indiener pvc- of aluminium-raamlijsten mag plaatsen ? En zo ja, is dat dan enkel omdat het een “minder waardevol pand” gaat ? Of komen “niet-minder-waardevolle panden” hiervoor ook in aanmerking en zo ja, onder welke voorwaarden ?

3) Hoe en op welke manier en door wie of wat (procedure) en op welke termijn zal hier uiteindelijk in geoordeeld, beslist worden ?

Ik dank u voor het luisteren en kijk met belangstelling uit naar uw antwoord.

 

Patrick Daels

Gemeenteraadslid N-VA Brugge

 

Interpellatie “derdebetalersregeling promoten is beter dan een duur SGC oprichten” 

GR  28/01/2014

De oprichting van een stadsgezondheidscentrum stond ingeschreven in ons verkiezingsprogramma van 2012 en wij vonden  dit toen een goed idee omdat we merkten dat door de crisis de basiszorg bij financieel zwakkere mensen er soms bij inschiet.  Echter na hernieuwde analyse en bestudering en herdenken van dit dossier is onze fractie niet langer nog zomaar onvoorwaardelijk voorstander van het uitbouwen van een afzonderlijk SGC in Brugge, maar wel van een doorgedreven promotie van een slimme derdebetalersregeling.

Uit wat volgt wil onze N-VA fractie aantonen en benadrukken dat wij heel sterk bekommerd zijn over de gezondheid van de kansarmen !

Onze fractie is overtuigd pleitbezorger voor een geïntegreerde basisgezondheidszorg die toegankelijk is voor iedereen, zonder onderscheid van rang of stand. Gezondheidszorg is een basisrecht, en we moeten er alles aan doen om dit recht ook naar de inwoners van Brugge toe te vertalen. De huidige eerstelijnsgezondheidszorg voorziet reeds in de mogelijkheid om dit aan sociale tarieven, zo nodig zelfs gratis te doen. Dat dit helaas te weinig gekend is, bleek ook duidelijk uit het resultaat van de enquête die ons voorgesteld werd op het berek van december 2013.

Als geëngageerde lokale politici luisteren wij voortdurend naar alle geledingen van de bevolking.  Iedereen in deze raad is bekommerd om het welzijn van elke Bruggeling.   Welnu, onze Brugse artsen zijn dit zeker ook.  En ook hun stem moet in dit verhaal gehoord worden.  Een recente bevraging bij de artsen in Brugge leerde dat 85% van de bevraagde artsen wijkgezondheidscentra een dure en achterhaalde praktijkorganisatie vinden waarvan bovendien het nut sterk betwist kan worden.  Daarbij  ervaart  bijna 70% van de ondervraagde artsen een SGC als oneerlijke concurrentie, want zij worden beter gefinancierd en ondersteund dan de courante huisartsenpraktijk.

De huisartsenkring benadrukt dat ze in de strijd tegen kansarmoede alle initiatieven van het OCMW ondersteunen, net zoals ze het gebruik van het derdebetalerssyteem promoten bij hun leden. "Het zou een totaal verkeerd signaal zijn om naast dit systeem nog een dure constructie op te zetten om die drempel van 1 euro weg te werken.  Investeer de tijd en de middelen liever in de begeleiding van deze mensen", klinkt het nog bij de artsen.

Onze fractie is ook niet overtuigd van het argument dat kansarmen met de oprichting van een SGC een betere gezondheidszorg krijgen.  Een SGC is zogezegd een drempelverlagende factor. Welnu, het is niet omdat men de drempel verlaagt dat de gezondheidszorg verbetert.

Met de oprichting van een stadsgezondheidscentrum op Brugs grondgebied  vreest N-VA dat er een parallel systeem wordt opgezet die de lokale overheid niet alleen overbodig veel geld zal kosten, maar ook een nieuw stigma en nog meer isolatie betekent voor mensen die leven in armoede. Men stelt het voor alsof een SGC dé oplossing is voor kansarmen, maar dat is volgens ons niet juist.

Het is duidelijk dat sommige politieke partijen vooral om ideologische redenen, een lokaal SGC  willen doordrukken. Stadsgezondheidscentra  zijn nu eenmaal linkse bastions, dat is historisch gebleken (men noemde dat vroeger de “AMADA-praktijken”, en in Antwerpen stonden die artsen, zoals Kris Merckx, aan de wieg van wat daar nu de PVDA is).  Armoede bestrijden doet men niet door ideologisch geïnspireerde stadsgezondheidscentra op te starten maar wel door mensen te integreren en hen maximaal te laten gebruik maken van de bestaande structuren binnen de gezondheidszorg !  Ze geraken beter geïntegreerd en ingeburgerd als ze samen met Mieke en Piet in de wachtzaal van de lokale huisarts zitten, dan wanneer ze aanschuiven in het ghetto van het SGC.

Wij pleiten voor degelijke oplossingen, die de gemeenschap geen extra geld kosten.  De N-VA kiest hierbij resoluut voor de huisarts (met GMD: globaal medisch dossier) als spilfiguur en regisseur in de eerste lijn. Wij pleiten ervoor de (groeps)praktijk van de huisarts alle mogelijkheden en middelen te bezorgen die de SGC ook zouden ten dele vallen (zoals: een goed uitgerust secretariaat,  een verpleegster, een sociaal assistent, diëtist, psycholoog, toelagen en materiaal voor preventieve geneeskunde, enz...).

En als men vaststelt dat de gezondheidszorg niet toegankelijk is voor iedereen zoals uit de in het berek van december voorgestelde enquete blijkt, moet men vooral iets doen aan de toegankelijkheid door de sensibilisering ervan.   Terwijl de modale Bruggeling naar de huisarts gaat, de kansarme Bruggeling naar een SGC sturen is een verkeerd signaal!

Als iemand de weg naar de bakker niet vindt, dan leg je de weg uit, en begin je daarom niet een extra bakkerij in zijn eigen straat.

 Het stimuleren van de derdebetalende regeling moet langs twee kanten gebeuren :

1)      Langs de kant van de patiëntàvoldoende informeren, ook via de kanalen waar deze mensen nu ondersteuning krijgen; dit betekent dat ook de maatschappelijke diensten en al wie financieel zwakkeren begeleidt, van dit systeem op de hoogte moet zijn. We denken hierbij in de 1ste plaats aan het ocmw en uiteraard ook en zeker aan alle verenigingen die deel uitmaken van de dialoogtafels.  Maar bovenal heeft ook de politiek, het lokale Brugse stadsbestuur hier een verantwoordelijkheid in, zeker nu de stad Brugge officieel de armoedetoets invoert, moet de promotie van de derdebetalende regeling een prioriteit zijn.  

2)      Langs de kant van de verstrekkerànog veel dokters zijn helaas blijkbaar niet op de hoogte van dit systeem; zij weten niet altijd dat hun patiënt hiervoor in aanmerking komt; het is een grote papierwinkel, misschien moet de procedure versoepeld worden of de dokters ondersteund bij het aanvragen ervan? Je kan de verstrekker niet verplichten, dus je moet hem in dit systeem mee krijgen.  En ook hier hebben ocmw, armoedeverenigingen en het stadsbestuur een verantwoordelijkheid in.

 

Samengevat pleit onze N-VA-fractie ervoor :

1) om de huisarts als eerste aanspreekpunt in de eerste lijn te zetten en te houden.  Wij staan voor een verdere uitbouw van die huisartsenpraktijk (heden ten dage veelal ook een groepspraktijk).

2)om de drempel naar de huisarts voor mensen in armoede te verlagen door het invoeren en degelijk promoten van een slimme derdebetalersregeling voor iedereen.

3) dat het ocmw èn de stad Brugge de slimme derdebetalersregeling concreet en efficiënt kenbaar maken en promoten.

 

Dit is onze conclusie, onze boodschap en onze vraag na toepassing van de armoedetoets in dit dossier.  Dank voor uw aandacht en initiatieven waarnaar wij met belangstelling uitkijken.

 

 

Patrick Daels

gemeenteraadslid N-VA Brugge 

 

Geert Van Tieghem

Formatie dienst economie  – agendapunt 16

Vanuit N-VA verheugen wij ons op de vooropgestelde kaderwijziging van de dienst economie van onze stad.     Brugge moet immers een economisch beleid ontwikkelen met focus op een bloeiend detailhandelsapparaat, het ondernemen  in Brugge en haar regio, en de sociale economie.  Dat is trouwens 1 van de 17 prioritaire beleidsdoelstellingen, die we vanuit N-VA volmondig onderschrijven.      Het budget anno 2014 leert ons echter – helaas --  dat onze stad slechts  935.000 € uittrekt om deze prioritaire doelstelling te verwezenlijken ;  een toch wel  zeer mager,  zelfs schrijnend getal, amper 0,4 % van het totale uitgavenbudget !  En volgens het meerjarenplan daalt  jaar na jaar de ‘investering’ van onze stad in deze ‘prioritaire’ doelstelling  …    (2019 :  nog 511.000 €)  Blijkbaar wordt deze kostenplaats duidelijk niet geïndexeerd … !    Of de geciteerde meerkost van 220.000 € op jaarbasis vervat zit in het vermelde budget, kan ik echter niet achterhalen …    Een woordje uitleg is derhalve welkom.

Hoe dan ook, in dit dossier zijn we  vanuit N-VA wel PRO, want de dienst ‘economie’ verdubbelt bijna zijn huidige capaciteit.   Met veel belangstelling kijken we dan ook uit naar de diverse komende realisaties van de stad op het vlak van het promoten van de reguliere en sociale economie, de tewerkstelling,  het investeringsklimaat , de ondernemingszin  en de oprichting van het KMO-loket .    

We hopen alvast begin volgend jaar reeds een eerste evaluatie van deze nieuwe constellatie van onze dienst ‘economie’  te mogen ontvangen, waarvoor onze dank.   

 

Vriendelijke groeten,

Geert Van Tieghem
Gemeenteraadslid N-VA Brugge

 

Budget 2014 en meerjarenplannen 2014 – 2019 van OCMW-verenigingen – agendapunt 23

Doorheen de diverse meerjarenplannen 2014 – 2019 en de budgetten van de 7 vermelde OCMW-verenigingen  hebben we eventjes gefietst.    Kenmerkend voor deze verenigingen is dat zij alle te maken hebben met financiële onzekerheden, gelet op allerlei, belangrijke subsidiestromen via diverse overheden.

De stringente regelgeving voor het financieel evenwicht in het kader van de Beleids-en Beheerscyclus is bij deze verenigingen – gelukkig – wat soepeler dan bij de stad of het OCMW.  Hier moet enkel het resultaat op kasbasis (of het toestandsevenwicht) voor elk financieel boekjaar van het meerjarenplan groter zijn of gelijk aan nul.   Dit is ergens logisch : men moet meer geld overhouden, dan dat men uitgeeft ….    Toch stellen we vast dat 1 vereniging een gebudgetteerd resultaat op kasbasis kent van 0 € gedurende de volledige legislatuur, nl. Ruddersstove.   Het werkkapitaal anno 2014 bedraagt bovendien amper 6.310 €.   Zitten we hier niet op glad ijs ?   Zal men stappen ondernemen om het risico op een negatief resultaat op kasbasis te vermijden ?  En zo ja, welke ?

Het structurele evenwicht daarentegen moet niet aangetoond worden, hetgeen betekent dat de autofinancieringsmarge onder nul mag gaan.   Een negatieve financieringsmarge betekent  dat de exploitatie-ontvangsten NIET volstaan om de exploitatie-uitgaven en de intresten en schuldaflossingen te financieren.   Desalniettemin is dat wel een belangrijke financiële indicator, een knipperlicht, ook voor deze verenigingen !

Opmerkelijk in deze is dat slechts 2 verenigingen een uitgesproken  positieve autofinancieringsmarge kunnen voorleggen,   bij 2 verenigingen bedraagt deze … netjes gebudgetteerd …  precies 0 en 3 verenigingen kennen in de loop van de legislatuur een negatieve marge.     Het meerjarenplan van het WOK ontbreekt opvallend;  naar wij horen zouden er daar ook financiële perikelen aan de grondslag liggen. Een woordje uitleg  m.b.t. dit dossier is dan ook welkom.

Tenslotte stellen we vanuit N-VA bij dit ganse verhaal nog een volgende algemene vraag :  Zal het OCMW bij deze verenigingen aansturen  om toch  te streven naar een positieve autofinancieringsmarge – ook al is dat wettelijk niet verplicht  ?  (bv. door de kosten te beperken)    Kan men zich in deze ambitie vinden ?     Of zal men eerder opteren om de tegemoetkoming vanuit het OCMW te verhogen ?    

 

Vriendelijke groeten,

Geert Van Tieghem
gemeenteraadslid N-VA Brugge

Noelia Sanchez

Congresgebouw

Goede avond beste collega’s, burgemeester, schepenen, stadsgenoten.

Op het debat in de voorverkiezingen in het NH hotel op ’t Zand gingen alle partijen akkoord over het feit dat er een congrescentrum moest komen.
Op de receptie van hotels Regio Brugge midden december 2013 zei u, burgemeester, in uw speech, open te staan voor wie plannen heeft om een congresgebouw in Brugge te bouwen.

Beste Burgemeester en schepenen zo werkt het niet. De investeerders zullen heus niet vanzelf komen.

Wij vragen u om:
ten eerste: Zelf initiatief te nemen en een concept uit te werken.
ten tweede: Creatief om te gaan met de financieringsformules
ten derde: Met deze voorstellen naar potentiële investeerders te stappen.

1) Om het concept uit te werken kunt u gebruik maken van de studie die door Meeting In Brugge werd opgevraagd. Waar u trouwens voorzitter van bent. Een studie waarin haarfijn is uitgelegd wat de vereisten zijn, wat de perfecte locatie zou zijn, enz. Die studie bestaat. U heeft ze maar in te kijken. Doe er iets mee.

2) Qua creatief omgaan met financieringsformules: De stad moet dit congresgebouw uiteraard niet zelf bekostigen.  MAAR: Guy Verhofstadt heeft in der tijd federaal geld weten  vrij  te maken  voor een congreszaal in Brussel. 70% werd bekostigd door de federale overheid. In Antwerpen wordt momenteel de Elisabethzaal gerenoveerd en omgebouwd tot een congreszaal. De Vlaamse overheid bekostigt 40% van de werken.

3) En wat de potentiële investeerders betreft. Het is uw taak als burgemeester, uw taak als schepen van toerisme om naar investeerders toe te stappen. Om ze te overtuigen om in onze prachtige stad te investeren.
Stad Brugge zou geschikte locaties moeten voorstellen aan potentiële investeerders. Momenteel zijn er gebouwen vrij waar een congresgebouw in zou kunnen ondergebracht worden. We denken bijvoorbeeld aan het beursplein, het oude politiegebouw of het Provinciaal Hof.

Beste burgemeester en schepencollege. We kunnen niet verder teren op het succes en de naam van Brugge uit het verleden. Stilstand is achteruitgang.  Was Brugge een bedrijf, dan waren we al lang weggeconcurreerd.

Mijn vraag is dan ook:

Wat zijn de plannen van het stadsbestuur om investeerders naar onze stad te krijgen?

 

Noelia Sanchez
gemeenteraadslid N-VA Brugge

 

Taxicheques

Nogmaals een goede avond.

De Stedelijke Jeugdraad van Brugge wil voorstellen lanceren voor het Brugs beleid om een veilig en positief uitgaansklimaat te creëren voor Brugse jongeren. Dit naar aanleiding van de overlast op oudejaar en de tragische dood van 3 jongeren na een avondje stappen.

Als N-VA Brugge lanceren we daarom opnieuw het voorstel rond de taxicheques en ijveren we voor meer sensibilisering rond uitgaan in samenwerking met de middelbare scholen, sport- en jeugdverenigingen, affiches op de bussen van de Lijn, enz. Dit om jongeren bewust te maken om ’s avonds niet alleen, maar in groep naar huis te gaan. Ik denk maar aan een affiche “Samen uit, samen thuis” met een leuke foto erbij of de campagne van dedruglijn.

Het idee rond de taxicheques lanceerden we reeds vóór de gemeenteraadsverkiezingen. We willen dit voorstel nu verruimen. Niet enkel voor de Brugse hogeschoolstudenten, maar voor alle Brugse jongeren vanaf 16 jaar. De busverbindingen tijdens de week en in het weekend zijn ’s avonds en ’s nachts beperkt tot een minimum.  Naar analogie van de cultuurcheques die door de hogescholen verspreid worden, pleiten we voor een taxicheque voor jongeren met een korting op een taxirit. Zo raakt elke student tegen een betaalbare prijs en in kleine groepjes op een veilige en voordeligere manier terug thuis. In het meerjarenplan is er jaarlijks € 10.000 voorzien, waar en wanneer er geen openbaar vervoer ter beschikking is, kan er een beroep gedaan worden op taxicheques.

Zijn er gesprekken geweest met de taxibedrijven in Brugge? Wanneer zou dit uitgevoerd worden? Hoe zal het aangepakt worden  en hoe zal het gepromoot worden ?


100 dagen komt eraan.  Een ideale gelegenheid, me dunkt. We vragen dan ook een snelle en concrete actie van het schepencollege.


Noelia Sanchez
gemeenteraadslid N-VA Brugge

 

Sabine Helleputte

Uittreksel uit de gemeenteraad van dinsdag 28 januari 2014

 

Zoals men weet is de aanvraag tot stedebouwkundige vergunning verschenen voor het nieuwe fietspad tussen Zwankendamme en Lissewege.  Omdat ik bij het lezen van het ontwerp van gemeenteraadsbesluit en de toelichtende nota toch enkele bedenkingen had, heb ik volgende vragen gesteld aan de bevoegde schepen (Philip Pierins, SPa).

  1. Op de plannen in het bestek start er een fietspad vanuit het Lisseweegs Vaartje en vanuit Wulfsberge om dan samen te komen aan de oude hoeve.  In uw ontwerp van gemeenteraadsbesluit en de toelichtende nota spreekt U echter van een fietspad vanuit de Lisseweegse Steenweg.  Mogen we er van uitgaan dat het plan en het bestek nog steeds correct zijn en dat U dus de straatnaam dient aan te passen in uw ontwerp van gemeenteraadsbesluit en de toelichtende nota?

Uit het antwoord van Schepen Pierins kan men enkel opmaken dat hij absoluut niet wist waar het fietspad precies lag.  Meer nog, hij twijfelde aan mijn opmerking.  Persoonlijk vind ik dit absoluut niet kunnen, het stadsbestuur beweert dat ze de leefbaarheid wil garanderen door aktief overleg met de bewoners maar dan blijkt de bevoegde schepen niet eens in staat het fietspad te situeren. 

 

  1. U spreekt van intelligente openbare verlichting (dit wil zeggen dat de verlichting werkt via bewegingssensoren) , zal deze onderscheid kunnen maken tussen fietsers en eventuele kleine dieren (volgels, konijnen, ratten,....)?

Schepen Pierins kon hier geen antwoord op geven.

 

  1. Ik heb toch enkele twijfels over het op elkaar afstemmen van verschillende activiteiten.

Men wil het fietspad klaar hebben tegen eind juni om zo de stopplaats Zwankendamme begin juli te kunnen afschaffen.  Dit lijkt me nog enigszins haalbaar.  Maar hoe kadert U de bouw van de geluidsbuffer hierin?  Deze buffer grenst onmiddellijk aan het nieuw te bouwen fietspad en vandaar mijn vrees dat tijdens de bouw van de buffer het fietspad infeite weer in een actieve werfzone zal komen te liggen met een nefatse invloed op de veiligheid voor de fietsers.  Verder is er ook steeds beweerd dat vooraleer met de bouw van het nieuwe vormingsstation zou worden begonnen de landschapsbuffer voltooid diende te zijn.  Lijkt het U dan niet zinvoller en veiliger om te wachten met het afschaffen van de stopplaats Zwankendamme en het openstellen van het fietspad tot deze buffer effectief is verwezenlijkt?

Schepen Pierins bevestigde dat het fietspad niet in een werfzone zou liggen en dat de veiligheid gegarandeerd was.  Toch opmerkelijk dat hij de veiligheid van iets garandeert dat hij infeite niet precies weet liggen.

Omwille van de “duidelijke” antwoorden van Schepen Pierins heb ik dan toch nog even de VLM gecontacteerd.  Hun antwoord was het volgende :

De Stad Brugge en Infrabel hebben de verplichting om een fietspad aan te leggen voor de stopplaats te Wulfsberge mag afgeschaft  worden. Dus wordt nu (normaal vanaf april) het fietspad aangelegd zodat vervolgens aan de aanleg van de sporen kan gewerkt worden, tegelijkertijd zal de geluidsberm aangelegd worden door Infrabel. Vervolgens zal VLM de berm inrichten (beplanten, pad aanleggen, meubilair…) dat zal pas voor 2015 of later zijn.

De bouwaanvraag voor de aanleg van de sporenbundel en de geluidsberm is voorzien voor dit voorjaar.

Er is wel afgesproken dat, als het fietspad klaar is, er niet meer met werfverkeer mag over gereden worden. Dit enerzijds omdat het pad niet zou stuk gereden worden en anderzijds voor de veiligheid van de gebruiker. Zowel infrabel als VLM is verplicht dit in de bestekken op te nemen, er zal dan ook strikt op toe gezien worden.”

Persoonlijk ben ik er van overtuigd dat dit iets zal zijn waar we nauwgezet op zullen moeten toezien en heb grote twijfels in verband met de veiligheid van het fietspad tijdens de aanleg en aankleding van de berm. 

Verder is het ook zeer opmerkelijk dat blijkbaar de bouwaanvraag voor de aanleg van de sporenbundel ook reeds voorzien is voor dit voorjaar.  Niettegenstaande de beloftes van Infrabel en het gemeentebestuur dat er nieuwe infosessies zouden volgen in verband met de spoordoortocht door Lissewege, kan ik enkel vaststellen dat men dit niet doet en men start met de aanvraag zonder duidelijkheid te scheppen voor onze bewoners in verband met de spoordoortocht door de dorpskern.  Schril contrast met hun voornemen om aktief overleg te plegen met de bewoners.

Ik hoop jullie hiermee toch wat extra info te hebben verschaft en sta natuurlijk steeds tot jullie beschikking mochten er verdere vragen zijn,

 

 

Sabine Helleputte

Gemeenteraadslid N-VA Brugge

 

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is